sidebar-links-title

vrijdag 16 oktober 2009

Pa Co Hang Kia Reservaat




Op 7 oktober aangekomen in Hoa Binh op doorreis naar Pa Co Hang Kia Nature Reserve in het westen vlakbij de grens met Laos. Met moeite een intenetcafe gevonden, hoewel het een vrij grote stad is op 65 km van Hanoi. De afstanden zijn relatief klein maar de wegen ijn soms ronduit slecht of worden bevolkt door een mengeling van mensen te voet, op de fiets, met buffels en koeien, spelende kinderen, etc. De volgende dag hebben we de vergunningen geregeld, zowel met de afdelingen van de ministeries als wel met het lokale peoples commitee (met een groot standbeeld van Ho Chi Minh op het balkon!). Na veel thee drinken hebben we de vergunningen binnen. Daarna opnieuw aan de slag met het opzetten van de insectenvallen.

We hebben de laatste dagen in Vu Quang hard gewerkt om alle vallen op te halen en de vangsten te verwerken. Niks gestolen en alles stond nog op zijn plek, maar wel waren een aantal vangpotten volgelopen door de enorme regens. Ook moesten we tot borsthoogte door rivieren waden om de vallen veilig te stellen. Wel wat minder bloedzuigers en muggen omdat het wat droger werd. Ook veel hand-grote Nephila' s (spinnen) in prachtige kleuren. Uiteindelijk gelukkig de laatste dagen goed weer gehad. Veel zon en niet al te heet. De laatste avond met een afscheidsetentje met de mensen van het park die ons geholpen hebben. Veel eten, mooie woorden, plezier en drank, maar wees gerust het is niet uit de hand gelopen en we zijn de volgende keer van harte welkom. De groep is nu gesplitst en een deel zit in Cuc Phuong. Wel vreemd in het begin dat we met veel minder mensen op pad te zijn. Verder goed eten en verzorging.

De 25 insectenvallen zijn geplaatst maar het was moeilijk want het terrein in Pa Co Hang Kia is verre van makkelijk. Het reservaat is een oud karstgebied, d.w.z., veel kalksteen met scherpe randen en vaak erg steil. Uiteindelijk hebben we na veel klimwerk de vallen op kunnen zetten. We gebruiken ook hier 3 typen vallen; de bekende Townes type Malaise vallen (een tent met in het midden een scherm waar insecten tegen aan vliegen. Bovenin een opening en een pot met alcohol; waar ze in verzameld en geconserveerd worden). De andere vallen lijken hier op; het ene type is experimenteel en heeft een veel grotere invliegopening en is ook hoger en tenslotte een kleiner nieuw type val gemaakt in Taiwan met een kleinere invliegopening en met glasfiber versterking. De vallen staan tussen die 1000 en 1400 meter hoogte. Het klimaat is hier uitstekend te doen overdag, een 25 graden en s'avonds vrij fris. Verder vrij veel bewolking en mist af en toe. Voor de kenners zoiets als Tam Dao ten Noorden van Hanoi.

We hebben toch weer een mogelijkheid gevonden om emails te versturen, maar de capaciteit is te gering om plaatjes te versturen. We zijn te gast bij het Blue Moon project (een project om de plaatselijk cultuur te beschermen en te combineren met natuurbehoud); het project is geen luxe gezien de voorgande afbraak van het natuurgebied. Afdwingen van bescherming is moeilijk gezien de verschillende minderheidsgroepen die in het gebied wonen en overheidsbemoeienis veelal afwijzen.

We zitten hier toch in wat we maar een " remote area" zullen noemen. Het leven is hier erg verschilllend met dat van de vorige plaatsen waar we verbleven. We hebben onze verblijfplaats (hotel is wel een erg luxe benaming) in een provisorische nederzetting die hoofdzakelijk gebruikt wordt door de grote vrachtwagens plus chauffeurs met vracht voor de bouw van een grote dam even verderop en het ophalen van de mais en rijstoogst die volop aan de gang is. Er is een soort Vetnamse kwikfit voor banden reparaties en wat obscure restaurantjes. En er hangen allerlei mensen rond met onduidelijke taken laat ik maar zeggen. Een beetje vaag wild west sfeertje. De bevolking in de dorpen om ons bestaat hier hoofdzakelijk uit wat ze hier de minderheden noemen. Erg kleurig gekleed en ze houden nog zeer aan tradities vast. Vrouwen allemaal in mooie plooirokken (hoe ze het doen vraag ik me af) en mannen ook in een soort Volendammer broek. Zondag naar de zondagmarkt geweest in Pa Co, het eerste dorp in het reservaat. Het reservaat zelf ziet er nu nog redelijk uit. Helaas is het toezicht minimaal en wordt er overal stevig gekapt. Eigenlijk hebben ze liever geen pottekijkers om te zien wat er precies gebeurt en werden we stevig in de gaten gehouden bij het plaatsen van de vallen. Handel in hout en corruptie gaan kennelijk hand in hand. Ook met Laos (om de hoek hier) vind er veel handel plaats.

We blijven hier tot vrijdag en gaan dan terug naar Hanoi. Op dit moment gaat de tiende (!) tyfoon landen die zo hoog door komt dat we toch maar warme kleding aangetrokken hebben; veel wind en regen wordt er vandaag en morgen verwacht. Nu maar hopen dat de tyfoon de atmosfeer schoon gaat vegen zodat we nog een aantal goede zonnige dagen in Cat Ba eiland hebben.

Kees van Achterberg & Rob de Vries, 14 oktober 2009

donderdag 15 oktober 2009

Diversity of Tropical Spiders

The spider fauna of the Netherlands is quite well known. Species are added to the national list very slowly and it has been a very long time since an undescribed species was discovered there. In the tropics, it is a very different story, and it is not unusual for collections to include more undescribed species than described ones. With over 40,000 described species, spiders are the world’s seventh largest order. They are ubiquitous and abundant predators, especially in tropical forest ecosystems. One of the challenges of working with such a group is that it is almost impossible to obtain a complete collection where every species from a place is represented. This is because communities consist of a few common species and a very large number of rare ones. It seems like no matter how many hours you spend collecting, you keep finding species you haven’t seen before. This phenomenon can be plotted on a graph, with the amount of sampling effort on one axis and the cumulative number of species on the other. The result is an asymptotic curve. At first, the number of species rises rapidly, but after a while, it starts to flatten. The flatter the curve, the more complete your inventory. But there are typically so many rare species in tropical forests that it is practically impossible to get the curve completely flat. This means that species are always overlooked, no matter how much effort you invest. Fortunately, statistical methods are available to extrapolate the actual number of species. These statistics are driven primarily by the number of rare species. We use the proportion of species in a sequence of rare abundance classes (e.g., species represented in the total sample by only one or two individuals) to extrapolate to the zero abundance class, which is the estimated number of species overlooked by the survey. This plus the observed species richness is the estimated total number of species.
We are sampling from three parks in Vietnam. We also want to know about how different the spider communities are between these three parks. We could simply compare the list of species we found in each park and assess the overlap. But this is not ideal because of the problem of overlooked species. A rare species present in both sites may have been missed in one or both inventories. Again, statistical methods are available to estimate the number of unobserved species in both samples including those that may be shared between two sites. We will use these methods to assess the distinctness of the spider community in different parts of Vietnam.

maandag 12 oktober 2009

Kevers vangen in Cuc Phuong National Park


















Drie en half weken in Vietnam. Er wordt veel gewerkt en de resultaten beginnen zichtbaar te worden. De team maakt het prima hier in Cuc Phuong, het oudste national park van Vietnam. In 1962 heeft Ho Chi Minh dit stuk bos het status van park gegeven. Het is een karstgebied met prachtig primaire bos. Ecotourisme is hier het belangrijkste bron van geld. Verder hebben ze hier een Endangered Primate Rescue Center waar ze enkele soorten langurs, slankapen en gibbons houden voor een fokprogramma. De nieuw geboren apjes worden terug gezet in het bos, met veel succes. Er is ook een Center for Carnivores, eentje voor schildpadden en een botanische tuin. Hier vindt veel onderzoek plaats, zowel door Vietnameze onderzoekers als door buitenlanders.
De kever fauna heeft tot nu toe weinig van zich laten zien en dat roept vragen op. Is het niet de goede seizoen? Zijn veel bladsprietkevers zich aan het voorbereiden om te overwinteren als larven? Te veel regen de afgelopen weken? Tot nu toe heb ik vier verschillende methoden gebruikt om kevers te vangen: met lichtvallen, met Flight Interception Traps (FIT's, op de foto met Camiel en Jeremy), met fruitvallen en met een sleepnet. Drie verschillende soorten cetoniden hebben de fruitvallen weten te vinden en in de FIT zijn er ook meerdere soorten mestkevers gevallen. Tot blijven de vangsten 's nachts op licht wat mager: het was zo in Vu Quang, en hier in Cuc Phuong ook. De vangsten van dit jaar en die van de expeditie van Mei-Juni 2007 zullen ons meer inzicht geven in de rol van de seizoenen en van de vangmethoden in de keverfauna van deze gebieden. Verder willen we een checklist van de meest voorkomende soorten kevers van Vietnam maken, samen met onze counterparts in het IEBR in Hanoi (Institute for Ecology and Biological Resources).
Het spinnen team, Jeremy Miller en Pham Dinh Sac, gaat twee keer per dag (overdag en s' nachts) naar een gekozen plek in het bos van 1 ha. waar ze met verschillende methoden de diversiteit van de spinnen fauna bestuderen. Ze gebruiken precies dezelfde methodiek voor alle 3 gebieden die we gaan bezoeken, om alle daarna gegevens te vergelijken. Erik en Camiel vangen veel nachtvlinders 's nachts met de lichtvallen en zoeken mijnen overdag (zie vorige blog van Erik) Ze moeten veel uren draaien om alles te verwerken. Er wordt hard gewerkt en volop genoten van het oerwoud.

Eulalia Gasso, Cuc Phuong N.P., 12 oktober 2009

zondag 11 oktober 2009


Precies twee weken geleden vetrokken Camiel Doorenweerd en ik naar Vietnam. Na in de eerste week een flinke staart van de tyfoon Ketsana te hebben meegekregen met heel veel regen, was het de afgelopen weer prachtig droog en zonnig weer. Vanmorgen kwam de regen weer met bakken naar beneden, maar zoals vaak in de tropen is dat nu al weer gestopt en komt de zon door.
De eerste week waren we in Vu Quang, waar werken door het regenseizoen niet meeviel. Bovendien is het een grensgebied waar buitenlanders allerlei restricties worden opgelegd. Kortom, we konden alleen in de secundaire bossen in het laagland verzamelen, en zelfs die waren na de regenval door diepe kolkende beken soms ontoegankelijk. Het onderzoek naar bladmineerders is echter ook in secundaire bossen nog zeer zinvol: de fauna is nog vrijwel onbekend en de diversiteit erg hoog. We vonden o.a. minen van een Stigmella soort op het gras Oplismenus, terwijl er maar erg weinig van deze mineerders op grasachtigen voorkomen. Mogelijk is het een al uit Japan beschreven soort wellicht een nieuwe. (zie eerste foto).

Sinds een week zinn we in het prachtige park Cuc Phuong, een groot gebied met allemaal primair bos op kalk. We sliepen enkele dagen in een huis midden in het bos, temidden van de nachtelijke geluiden. Hier vingen we zeer veel vlinders op loicht, een hele rijke fauna. Als mineerder vonden we een onbekende soort van het genus Antispila op een prachtige soort springzaad, Impatiens corniger (zie tweede foto). De mijn is herkenbaar aan het gaatje aan het eind, dat de rups heeft uitgenaagd als een soort verpoppingszak. Deze ongetwijfeld nieuwe soort mineert hier op een voedselplantenfamilie die voor de vlinderfamile van de Heliozelidae, waar deze toe behoort, onbekend was.

Erik van Nieukerken, 11 oktober Cuc Phuong NP

donderdag 1 oktober 2009

Eerste bericht uit de jungle

Speciaal naar het stadje gereden (bijna 20 km) om te internetten, want ik kan me goed voorstellen dat je onze eerste indrukken wilt hebben. We hebben de eerste dagen goed weer gehad, maar gisteren en vandaag komt er een depressie langs, dus vrijwel continue regen, vaak als tropische slagregen. Jeremy en Eulalaia hebben nog niet op licht verzameld, eerst omdat de vergunning nog niet binnen was, toen omdat de directeur nog geen toestemming had gegeven en er geen auto beschikbaar was en daarna de regen. Rob en ik hebben nu 30 vallen staan, waarvan gisteren de laatste 10 in de stromende regen opgezet zijn. Ben benieuwd wat er in gaat komen! Ik zal wat foto's proberen op te sturen, maar ik doe het wel apart om de kans groter te maken dat je dit ontvangt. Het bos is redelijk goed als je de geasfalteerde weg ca. 10 km afrijdt en dan een half uur (of 2 uur in de andere richting) loopt. Je komt niet hoger dan ca. 300 m. Je mag niet in het bos kamperen (grensgebied!) en moet je altijd iemand van het park meenemen (ook voor de auto!). In het begin zijn er (te) veel buffels en koeien in het park, dus veel bloedzuigers. We zitten in een goed 2 sterrenhotel + restaurant vlakbij de ingang. Er is nu in 2 dagen ca. 150 mm gevallen, dus er is nogal wat overstroomt. Verder alles goed.

Met hartelijk groet van de Vietnamgroep,
Kees

Jan van Tol

Libellen
Gedurende korte tijd zal Jan van Tol (adjunct directeur onderzoek) zich bij de expeditie voegen om aan libellen te werken, die een goede indicatie geven van de (water)kwaliteit van een gebied.

http://science.naturalis.nl/tol

Eulàlia Gassó Miracle


Gouden torren
De gouden torren, ook fruit- of rozenkevers genoemd, zijn kevers die behoren tot de Cetoniinae, en groep binnen de bladsprietkevers. Het zijn prachtige, kleurrijke en redelijk grote kevers. Ze zijn ook zeer geliefd door terrarium houders en commerciële verzamelaars vanwege de spectaculaire vormen en kleuren van de soorten. De gouden torren komen ook in Europa voor, maar het is in de tropen waar de diversiteit van deze soorten het hoogst is. Desondanks dit, het is zeer weinig bekend over hun biologie en diversiteit. Er zijn meer dan 3600 soorten gouden torren, maar alleen van 61 soorten is de larve bekend. Er worden jaarlijks nieuwe soorten uit de tropen beschreven. Van de meeste soorten is niet veel van bekend, behalve waar ze kunnen voorkomen. Op welke planten ze voer zoeken, hun levenscyclus en levenswijze en of ze nog veel of weinig in het wild voorkomen is vaak nog een raadsel.
Om cetoniden te kunnen bestuderen moeten we ze eerst weten te vinden en vangen. Juist omdat er zo weinig bekend is van wat ze eten en waar en wanneer de volwassenen te vinden zijn, is het vangen van deze kevers bijzonder moeilijk. We lokken de torren met rijpe fruit in vallen, geplaatst hoog in de bomen, en we zoeken ze op bloemen en struiken. De larven leven graven zich in de grond, om ze te vinden moeten we ook geluk en geduld hebben. Sommige kevers vallen in de Malaise vallen (gebruikt voornamelijk door de wespen specialist) en andere worden met lichtvallen gevangen. Door allerlei gegevens te verzamelen hopen we een bijdrage kunnen leveren aan de kennis over de Vietnamese gouden torren. We zijn ook op zoek naar andere soorten tropische kevers, omdat de keverfauna van Vietnam is tot nu toe weinig onderzocht. Keverspecialisten wereldwijd zullen ons helpen om de verzamelde kevers te bestuderen, determineren en als het om nieuwe soorten gaat, ook om ze te beschrijven. Deze kennis is fundamenteel om de keverdiversiteit te kennen en te beschermen.
http://science.naturalis.nl/collections/people/cv/gasso-miracle