sidebar-links-title

vrijdag 16 oktober 2009

Pa Co Hang Kia Reservaat




Op 7 oktober aangekomen in Hoa Binh op doorreis naar Pa Co Hang Kia Nature Reserve in het westen vlakbij de grens met Laos. Met moeite een intenetcafe gevonden, hoewel het een vrij grote stad is op 65 km van Hanoi. De afstanden zijn relatief klein maar de wegen ijn soms ronduit slecht of worden bevolkt door een mengeling van mensen te voet, op de fiets, met buffels en koeien, spelende kinderen, etc. De volgende dag hebben we de vergunningen geregeld, zowel met de afdelingen van de ministeries als wel met het lokale peoples commitee (met een groot standbeeld van Ho Chi Minh op het balkon!). Na veel thee drinken hebben we de vergunningen binnen. Daarna opnieuw aan de slag met het opzetten van de insectenvallen.

We hebben de laatste dagen in Vu Quang hard gewerkt om alle vallen op te halen en de vangsten te verwerken. Niks gestolen en alles stond nog op zijn plek, maar wel waren een aantal vangpotten volgelopen door de enorme regens. Ook moesten we tot borsthoogte door rivieren waden om de vallen veilig te stellen. Wel wat minder bloedzuigers en muggen omdat het wat droger werd. Ook veel hand-grote Nephila' s (spinnen) in prachtige kleuren. Uiteindelijk gelukkig de laatste dagen goed weer gehad. Veel zon en niet al te heet. De laatste avond met een afscheidsetentje met de mensen van het park die ons geholpen hebben. Veel eten, mooie woorden, plezier en drank, maar wees gerust het is niet uit de hand gelopen en we zijn de volgende keer van harte welkom. De groep is nu gesplitst en een deel zit in Cuc Phuong. Wel vreemd in het begin dat we met veel minder mensen op pad te zijn. Verder goed eten en verzorging.

De 25 insectenvallen zijn geplaatst maar het was moeilijk want het terrein in Pa Co Hang Kia is verre van makkelijk. Het reservaat is een oud karstgebied, d.w.z., veel kalksteen met scherpe randen en vaak erg steil. Uiteindelijk hebben we na veel klimwerk de vallen op kunnen zetten. We gebruiken ook hier 3 typen vallen; de bekende Townes type Malaise vallen (een tent met in het midden een scherm waar insecten tegen aan vliegen. Bovenin een opening en een pot met alcohol; waar ze in verzameld en geconserveerd worden). De andere vallen lijken hier op; het ene type is experimenteel en heeft een veel grotere invliegopening en is ook hoger en tenslotte een kleiner nieuw type val gemaakt in Taiwan met een kleinere invliegopening en met glasfiber versterking. De vallen staan tussen die 1000 en 1400 meter hoogte. Het klimaat is hier uitstekend te doen overdag, een 25 graden en s'avonds vrij fris. Verder vrij veel bewolking en mist af en toe. Voor de kenners zoiets als Tam Dao ten Noorden van Hanoi.

We hebben toch weer een mogelijkheid gevonden om emails te versturen, maar de capaciteit is te gering om plaatjes te versturen. We zijn te gast bij het Blue Moon project (een project om de plaatselijk cultuur te beschermen en te combineren met natuurbehoud); het project is geen luxe gezien de voorgande afbraak van het natuurgebied. Afdwingen van bescherming is moeilijk gezien de verschillende minderheidsgroepen die in het gebied wonen en overheidsbemoeienis veelal afwijzen.

We zitten hier toch in wat we maar een " remote area" zullen noemen. Het leven is hier erg verschilllend met dat van de vorige plaatsen waar we verbleven. We hebben onze verblijfplaats (hotel is wel een erg luxe benaming) in een provisorische nederzetting die hoofdzakelijk gebruikt wordt door de grote vrachtwagens plus chauffeurs met vracht voor de bouw van een grote dam even verderop en het ophalen van de mais en rijstoogst die volop aan de gang is. Er is een soort Vetnamse kwikfit voor banden reparaties en wat obscure restaurantjes. En er hangen allerlei mensen rond met onduidelijke taken laat ik maar zeggen. Een beetje vaag wild west sfeertje. De bevolking in de dorpen om ons bestaat hier hoofdzakelijk uit wat ze hier de minderheden noemen. Erg kleurig gekleed en ze houden nog zeer aan tradities vast. Vrouwen allemaal in mooie plooirokken (hoe ze het doen vraag ik me af) en mannen ook in een soort Volendammer broek. Zondag naar de zondagmarkt geweest in Pa Co, het eerste dorp in het reservaat. Het reservaat zelf ziet er nu nog redelijk uit. Helaas is het toezicht minimaal en wordt er overal stevig gekapt. Eigenlijk hebben ze liever geen pottekijkers om te zien wat er precies gebeurt en werden we stevig in de gaten gehouden bij het plaatsen van de vallen. Handel in hout en corruptie gaan kennelijk hand in hand. Ook met Laos (om de hoek hier) vind er veel handel plaats.

We blijven hier tot vrijdag en gaan dan terug naar Hanoi. Op dit moment gaat de tiende (!) tyfoon landen die zo hoog door komt dat we toch maar warme kleding aangetrokken hebben; veel wind en regen wordt er vandaag en morgen verwacht. Nu maar hopen dat de tyfoon de atmosfeer schoon gaat vegen zodat we nog een aantal goede zonnige dagen in Cat Ba eiland hebben.

Kees van Achterberg & Rob de Vries, 14 oktober 2009

donderdag 15 oktober 2009

Diversity of Tropical Spiders

The spider fauna of the Netherlands is quite well known. Species are added to the national list very slowly and it has been a very long time since an undescribed species was discovered there. In the tropics, it is a very different story, and it is not unusual for collections to include more undescribed species than described ones. With over 40,000 described species, spiders are the world’s seventh largest order. They are ubiquitous and abundant predators, especially in tropical forest ecosystems. One of the challenges of working with such a group is that it is almost impossible to obtain a complete collection where every species from a place is represented. This is because communities consist of a few common species and a very large number of rare ones. It seems like no matter how many hours you spend collecting, you keep finding species you haven’t seen before. This phenomenon can be plotted on a graph, with the amount of sampling effort on one axis and the cumulative number of species on the other. The result is an asymptotic curve. At first, the number of species rises rapidly, but after a while, it starts to flatten. The flatter the curve, the more complete your inventory. But there are typically so many rare species in tropical forests that it is practically impossible to get the curve completely flat. This means that species are always overlooked, no matter how much effort you invest. Fortunately, statistical methods are available to extrapolate the actual number of species. These statistics are driven primarily by the number of rare species. We use the proportion of species in a sequence of rare abundance classes (e.g., species represented in the total sample by only one or two individuals) to extrapolate to the zero abundance class, which is the estimated number of species overlooked by the survey. This plus the observed species richness is the estimated total number of species.
We are sampling from three parks in Vietnam. We also want to know about how different the spider communities are between these three parks. We could simply compare the list of species we found in each park and assess the overlap. But this is not ideal because of the problem of overlooked species. A rare species present in both sites may have been missed in one or both inventories. Again, statistical methods are available to estimate the number of unobserved species in both samples including those that may be shared between two sites. We will use these methods to assess the distinctness of the spider community in different parts of Vietnam.

maandag 12 oktober 2009

Kevers vangen in Cuc Phuong National Park


















Drie en half weken in Vietnam. Er wordt veel gewerkt en de resultaten beginnen zichtbaar te worden. De team maakt het prima hier in Cuc Phuong, het oudste national park van Vietnam. In 1962 heeft Ho Chi Minh dit stuk bos het status van park gegeven. Het is een karstgebied met prachtig primaire bos. Ecotourisme is hier het belangrijkste bron van geld. Verder hebben ze hier een Endangered Primate Rescue Center waar ze enkele soorten langurs, slankapen en gibbons houden voor een fokprogramma. De nieuw geboren apjes worden terug gezet in het bos, met veel succes. Er is ook een Center for Carnivores, eentje voor schildpadden en een botanische tuin. Hier vindt veel onderzoek plaats, zowel door Vietnameze onderzoekers als door buitenlanders.
De kever fauna heeft tot nu toe weinig van zich laten zien en dat roept vragen op. Is het niet de goede seizoen? Zijn veel bladsprietkevers zich aan het voorbereiden om te overwinteren als larven? Te veel regen de afgelopen weken? Tot nu toe heb ik vier verschillende methoden gebruikt om kevers te vangen: met lichtvallen, met Flight Interception Traps (FIT's, op de foto met Camiel en Jeremy), met fruitvallen en met een sleepnet. Drie verschillende soorten cetoniden hebben de fruitvallen weten te vinden en in de FIT zijn er ook meerdere soorten mestkevers gevallen. Tot blijven de vangsten 's nachts op licht wat mager: het was zo in Vu Quang, en hier in Cuc Phuong ook. De vangsten van dit jaar en die van de expeditie van Mei-Juni 2007 zullen ons meer inzicht geven in de rol van de seizoenen en van de vangmethoden in de keverfauna van deze gebieden. Verder willen we een checklist van de meest voorkomende soorten kevers van Vietnam maken, samen met onze counterparts in het IEBR in Hanoi (Institute for Ecology and Biological Resources).
Het spinnen team, Jeremy Miller en Pham Dinh Sac, gaat twee keer per dag (overdag en s' nachts) naar een gekozen plek in het bos van 1 ha. waar ze met verschillende methoden de diversiteit van de spinnen fauna bestuderen. Ze gebruiken precies dezelfde methodiek voor alle 3 gebieden die we gaan bezoeken, om alle daarna gegevens te vergelijken. Erik en Camiel vangen veel nachtvlinders 's nachts met de lichtvallen en zoeken mijnen overdag (zie vorige blog van Erik) Ze moeten veel uren draaien om alles te verwerken. Er wordt hard gewerkt en volop genoten van het oerwoud.

Eulalia Gasso, Cuc Phuong N.P., 12 oktober 2009

zondag 11 oktober 2009


Precies twee weken geleden vetrokken Camiel Doorenweerd en ik naar Vietnam. Na in de eerste week een flinke staart van de tyfoon Ketsana te hebben meegekregen met heel veel regen, was het de afgelopen weer prachtig droog en zonnig weer. Vanmorgen kwam de regen weer met bakken naar beneden, maar zoals vaak in de tropen is dat nu al weer gestopt en komt de zon door.
De eerste week waren we in Vu Quang, waar werken door het regenseizoen niet meeviel. Bovendien is het een grensgebied waar buitenlanders allerlei restricties worden opgelegd. Kortom, we konden alleen in de secundaire bossen in het laagland verzamelen, en zelfs die waren na de regenval door diepe kolkende beken soms ontoegankelijk. Het onderzoek naar bladmineerders is echter ook in secundaire bossen nog zeer zinvol: de fauna is nog vrijwel onbekend en de diversiteit erg hoog. We vonden o.a. minen van een Stigmella soort op het gras Oplismenus, terwijl er maar erg weinig van deze mineerders op grasachtigen voorkomen. Mogelijk is het een al uit Japan beschreven soort wellicht een nieuwe. (zie eerste foto).

Sinds een week zinn we in het prachtige park Cuc Phuong, een groot gebied met allemaal primair bos op kalk. We sliepen enkele dagen in een huis midden in het bos, temidden van de nachtelijke geluiden. Hier vingen we zeer veel vlinders op loicht, een hele rijke fauna. Als mineerder vonden we een onbekende soort van het genus Antispila op een prachtige soort springzaad, Impatiens corniger (zie tweede foto). De mijn is herkenbaar aan het gaatje aan het eind, dat de rups heeft uitgenaagd als een soort verpoppingszak. Deze ongetwijfeld nieuwe soort mineert hier op een voedselplantenfamilie die voor de vlinderfamile van de Heliozelidae, waar deze toe behoort, onbekend was.

Erik van Nieukerken, 11 oktober Cuc Phuong NP

donderdag 1 oktober 2009

Eerste bericht uit de jungle

Speciaal naar het stadje gereden (bijna 20 km) om te internetten, want ik kan me goed voorstellen dat je onze eerste indrukken wilt hebben. We hebben de eerste dagen goed weer gehad, maar gisteren en vandaag komt er een depressie langs, dus vrijwel continue regen, vaak als tropische slagregen. Jeremy en Eulalaia hebben nog niet op licht verzameld, eerst omdat de vergunning nog niet binnen was, toen omdat de directeur nog geen toestemming had gegeven en er geen auto beschikbaar was en daarna de regen. Rob en ik hebben nu 30 vallen staan, waarvan gisteren de laatste 10 in de stromende regen opgezet zijn. Ben benieuwd wat er in gaat komen! Ik zal wat foto's proberen op te sturen, maar ik doe het wel apart om de kans groter te maken dat je dit ontvangt. Het bos is redelijk goed als je de geasfalteerde weg ca. 10 km afrijdt en dan een half uur (of 2 uur in de andere richting) loopt. Je komt niet hoger dan ca. 300 m. Je mag niet in het bos kamperen (grensgebied!) en moet je altijd iemand van het park meenemen (ook voor de auto!). In het begin zijn er (te) veel buffels en koeien in het park, dus veel bloedzuigers. We zitten in een goed 2 sterrenhotel + restaurant vlakbij de ingang. Er is nu in 2 dagen ca. 150 mm gevallen, dus er is nogal wat overstroomt. Verder alles goed.

Met hartelijk groet van de Vietnamgroep,
Kees

Jan van Tol

Libellen
Gedurende korte tijd zal Jan van Tol (adjunct directeur onderzoek) zich bij de expeditie voegen om aan libellen te werken, die een goede indicatie geven van de (water)kwaliteit van een gebied.

http://science.naturalis.nl/tol

Eulàlia Gassó Miracle


Gouden torren
De gouden torren, ook fruit- of rozenkevers genoemd, zijn kevers die behoren tot de Cetoniinae, en groep binnen de bladsprietkevers. Het zijn prachtige, kleurrijke en redelijk grote kevers. Ze zijn ook zeer geliefd door terrarium houders en commerciële verzamelaars vanwege de spectaculaire vormen en kleuren van de soorten. De gouden torren komen ook in Europa voor, maar het is in de tropen waar de diversiteit van deze soorten het hoogst is. Desondanks dit, het is zeer weinig bekend over hun biologie en diversiteit. Er zijn meer dan 3600 soorten gouden torren, maar alleen van 61 soorten is de larve bekend. Er worden jaarlijks nieuwe soorten uit de tropen beschreven. Van de meeste soorten is niet veel van bekend, behalve waar ze kunnen voorkomen. Op welke planten ze voer zoeken, hun levenscyclus en levenswijze en of ze nog veel of weinig in het wild voorkomen is vaak nog een raadsel.
Om cetoniden te kunnen bestuderen moeten we ze eerst weten te vinden en vangen. Juist omdat er zo weinig bekend is van wat ze eten en waar en wanneer de volwassenen te vinden zijn, is het vangen van deze kevers bijzonder moeilijk. We lokken de torren met rijpe fruit in vallen, geplaatst hoog in de bomen, en we zoeken ze op bloemen en struiken. De larven leven graven zich in de grond, om ze te vinden moeten we ook geluk en geduld hebben. Sommige kevers vallen in de Malaise vallen (gebruikt voornamelijk door de wespen specialist) en andere worden met lichtvallen gevangen. Door allerlei gegevens te verzamelen hopen we een bijdrage kunnen leveren aan de kennis over de Vietnamese gouden torren. We zijn ook op zoek naar andere soorten tropische kevers, omdat de keverfauna van Vietnam is tot nu toe weinig onderzocht. Keverspecialisten wereldwijd zullen ons helpen om de verzamelde kevers te bestuderen, determineren en als het om nieuwe soorten gaat, ook om ze te beschrijven. Deze kennis is fundamenteel om de keverdiversiteit te kennen en te beschermen.
http://science.naturalis.nl/collections/people/cv/gasso-miracle



Jeremy Miller

Spinnen
Jeremy gaat samen met counterpart Pham Dinh Sac alle mogelijke groepen spinnen verzamelen, om de biodiversiteit en de mate van and endemisme van de spinnen in drie parken te kunnen benaderen: Vu Quang, Cuc Phuong, and Cat Ba. We gebruiken verschillende verzamelmethoden, volgens een gesctructureerd protocol. Op deze manier zijn inventarisaties van verschillende plaatsen makkelijker te vergelijken. We zoeken bijv. de spinnen in uurblokken gedurende dag en nacht in de grond op hogere vegetatielagen. Andere methoden omvatten o.a. gebruik van klopschermen en zgn. Winkler extractoren voor kleine arthropoden uit bladstrooisel. Alle volwassen spinnen die zo worden aangetroffen zullen verzameld worden. In het lab worden deze gesorteerd tot morfospecies. We verwachten dat de meeste aangetroffen soorten onbeschreven zijn. Door digitale fotografie maken we het mogelijk om de morfospecies die op meer plekken voorkomen te herkennen. Deze foto’s en de gegevens van de verzamelde exemplaren (bijv. aantale exemplaren, verzameplaats, datum) worden online gezet.
Met kwantitatieve biodiversiteits indexen wordt de volledigheid van de inventarisatie op elke plek ingeschat en de zgn. Chao-Sorensen index wordt gebruikt om de overeenkomst tussen de spinnenfauna’s van de plaatsen te bepalen. De resultaten worden vergeleken met recent vergelijkbare studies in het gebied, met name Thailand (http://aracnologia.macn.gov.ar/ThaiPlot/Taxonomy/index.htm ) en Yunnan in China. op deze wijze hopen we dat er spoedig een beeld ontstaat van de status van de spinnen diversiteit in Zuidoost Azië.

http://science.naturalis.nl/miller













Erik van Nieukerken

Rupsen en nachtvlinderfauna
Erik voert samen met gastmedewerker Camiel Doorenweerd twee projecten uit:in de eerste plaats zoeken we overdag naar rupsen van minerende vlinders, vooral Nepticulidae. Deze maken mijngangen in bladeren, die vaak karakteristiek voor de soort zijn. De fauna van Vietnam is nog zeer slecht bekend, op eerdere expedities werden zo’n 40 soorten verzameld, op twee na nieuwe soorten voor de wetenschap (zie voor één eerder beschreven soort uit Vietnam: http://www.repository.naturalis.nl/document/93755 .
We hopen vooral veel gegevens te krijgen om de evolutie van deze insecten met hun voedselplanten te kunnen verklaren. Counterpart Dzuong Duc Huyen zal met ons samenwerken om de planten te kunnen determineren.Daarnaast inventariseren we de complete nachtvlinderfauna met behulp van vanglampen, met het doel om de biodiversiteit van de parken te kennen inschatten. We gebruiken hierbij vergelijkbare methodes als die Jeremy Miller beschrijft.

http://science.naturalis.nl/nieukerken



Kees van Achterberg

Schildwespen
Van Achterberg is specialist van schildwespen (Braconidae) en enkele andere groepen met parasitaire levenswijze. Schildwespen zijn wereldwijd zeer divers, omdat de meeste soorten specifiek in of op één of enkele gastheersoorten voorkomen. De meeste voorzichtige schattingen komen uit op ca 50.000 soorten, waarvan er ruim een derde beschreven zijn. Voor Braconidae onder 4 mm schat hij dat 85% van de soorten nog onbeschreven is, dit geldt ook voor tientallen andere families. Van Achterberg heeft al honderden soorten nieuw voor de wetenschap beschreven en ook enkele nieuwe genera (geslachten) uit Vietnam. Om deze te vangen plaatsen Kees van Achterberg en Rob de Vries tot wel 35 tentvallen in één of meer transecten en laten deze minimaal een week werken. Dat levert per val duizenden insecten op, die dan handmatig gesorteerd moeten worden.

http://science.naturalis.nl/achterberg

Expeditie Vietnam 2009









Naturalis Expeditie Vietnam 2009
Op 16 september 2009 begint de zesde Vietnam expeditie van Naturalis. Vietnam is een van de biodiversiteits hotspots van de wereld. Net als de andere Zuid-Oost Aziatische landen heeft Vietnam zeer rijke tropische regenwouden en moessonbossen. Na twee expedities in het zuiden, worden nu weer parken in Noord en Midden Vietnam bezocht, met na
me in het laagland. Naturalis onderzoekers gaan proberen de rijkdom van bepaalde groepen insecten en spinachtigen (vlinders, kevers, sluipwespen, libellen en spinnen) te bepalen in een vijftal natuurparken met grotendeels oorspronkelijk bos op kalksteen.


De insecten- en spinnenfauna van Vietnam blijkt bijzonder rijk te zijn aan unieke soorten, die voor een belangrijk deel nog onbeschreven zijn. Gedurende september-oktober 2009 gaan zeven entomologen van Naturalis op expeditie naar enkele nationale parken in Vietnam. Van veel parken is de insecten- en spinnenfauna (behalve de dagvlinders) grotendeels onbekend. In 2007 werd een aantal parken in Zuid Vietnam bezocht, nu zijn enkele gebieden met steile kalksteen hellingen in Noord Vietnam aan de beurt. Sommige vertonen karstverschijnselen (dus veel grotten en ondergrondse rivieren) door het gedeeltelijk oplossen van de kalksteen door het water. Ook deze keer verwachten we wij weer tientallen soorten te vinden die nieuw voor de wetenschap zijn. Bij de groepen die we onderzoeken is het eerder een uitzondering om een al bekende soort te vinden dan een nog onbeschreven soort, vooral bij de zeer kleine dieren.

De bijzondere rijkdom aan insecten in Vietnam sluit aan bij de al breder bekende diversiteit aan vogels en zoogdieren. Met name in het grensgebied met Laos en China, en in enkele geïsoleerde berggebieden, leeft een groot aantal zeldzame soorten die nergens anders voorkomen. Deze endemen komen vooral voor op plaatsen die sterk zijn geïsoleerd, of worden gekenmerkt door een afwijkend klimaat of andere bodemsoort. Door het onderzoek van de laatste jaren is inmiddels wel duidelijk geworden dat veel van de oorspronkelijke fauna van berggebieden zich heeft kunnen handhaven ondanks de oorlogen. De laaglandfauna is veel sterker bedreigd dan de hoogland fauna. Een groot deel van het vlakke gedeelte van Vietnam wordt steeds intensiever in cultuur gebracht in een land dat zich economisch stormachtig ontwikkelt.

Naturalis werkt samen met het Vietnamese Institute of Ecology and Biological Resources (IEBR), de counterpart van Naturalis in Vietnam. Het is een onderdeel van de Vietnamese Academie van Wetenschappen. Wij hebben nu 11 jaar samengewerkt met dit instituut tijdens de expedities in Vietnam en enkele medewerkers uit Hanoi hebben enige tijd in Leiden gewerkt.

De gebieden die nu bezochte worden behoren tot het laagland karstgebied in Noord-Vietnam, waarvan de eerste het minst toegankelijke is.

a.
Vu Quang National Park [halverwege Hanoi & Hué; vlakbij Tay Son]. Dit is een groot bosgebied op kalksteen (karst)gebied waar de laatste 20 jaar verschillende nieuwe soorten zoogdieren zijn ontdekt (o.a. een antilopeachtig rund: de Saola of Vu Quang ox; Pseudoryx nghetinhensis en een hert, Giant Muntjak, Muntiacus vuquangensis). Sinds 1986 een bosreservaat en sinds 1998 een nationaal park van 55.000 ha. Het heeft nog dicht regenbos op de steile hellingen, maar er is ook al gekapt. Het gebied staat bekend als ontoegankelijk, zeer nat (mist of regen is normaal) en als gevolg zijn de rotsen met algen begroeid en glad.


b. Pa Co-Hang Kia Nature Reserve [160 km ZW van Hanoi]. Het is een relatief klein bosreservaat van 7.091 ha. Het ligt op hetzelfde kalksteen plateau als het volgende nationale park, Cuc Phuong National Park. Het is een relatief hoge bergrug (tot ruim 1500 m) waarvan het gebied beneden 500 m grotendeels aangetast is en buiten het reservaat valt. Helaas wordt ook het bos in het reservaat sterk aangetast en is onderzoek van de restanten noodzakelijk om te bepalen hoe belangrijk dit gebied is.

c. Cat Ba National Park is een archipel van 366 veelal kleine eilandjes (met één groot hoofdeiland: Cat Ba) 20-50 km uit de kust van de havenstad Hai Phong in de beroemde Halong baai. Het hoofdeiland is 28.500 ha groot. Dankzij de karstverschijnselen zijn er veel eilandjes die steil oprijzen uit de zee en op het hoofdeiland veel grotten en ondergrondse (tijdelijke) rivieren en beken. Het nationale park gaat van zeeniveau tot 331 m hoogte (Mount Cao Vong). Er zijn steile beboste hellingen, kleine zoetwater meren, zoetwater moerassen, mangroves, stranden en koraalriffen. Relatief veel soorten zijn endemisch op het eiland (o.a. 25 plantensoorten uit het Red Data Book of Vietnam). Door de geïsoleerde ligging en de menselijke invloed is de soortenrijkdom wel minder dan in nationale parken op het vasteland.

d. Cuc Phuong National Park is het oudste (1960) en een van de belangrijkste nationale parken (1962) van Noord Vietnam. Het is één van de belangrijkste gebieden voor de biodiversiteit van Noord Vietnam, er komen bv. 97 soorten zoogdieren en 300 soorten vogels voor. Het langwerpige park van 25.000 ha groot bestaat uit steil oprijzende karstbergen, grotten en begroeide valleien. De hoogte varieert van 150 tot 656 m (Mt. May Bac). Er valt ruim 2 m regen per jaar gedurende meer dan 200 dagen, desondanks wordt het park door veel toeristen bezocht.

e. Ba Be National Park een vrij klein (10.000 ha) park om een groot meer (Ba Bê meer van 8 km lang) 240 km ten NW van Hanoi. Het heeft kalksteen hellingen met een dunne humuslaag en laagland regenbos in gebieden met een diepere grondlaag. Het Ba Bê meer is het grootste en het hoogst (ca 150 m) gelegen meer van Vietnam en werkt als buffer tegen overstromingen in het natte seizoen. Ondanks de geringe grootte zijn er 65 zoogdiersoorten en 233 vogelsoorten bekend van het park. In het meer komen 106 soorten vis voor. Alleen de dagvlinders zijn bekend van het park (354 soorten), maar de meerderheid van de insecten en spinnen zijn nog onbekend. Het park werd opgericht in 1992 en sinds 2004 is er een ecologisch onderzoek station.

Wat gaan we onderzoeken?
Een belangrijke vraag voor de bescherming van biodiversiteit is hoe groot het verspreidingsgebied is van de soorten. Aansprekende organismen als vogels en hogere planten, kunnen meestal wel tot de soort gedetermineerd worden, waardoor je soortenlijsten van gebieden direct kunt vergelijken. De grote massa van de biodiversiteit van de wereld vind je echter bij de insecten en spinachtigen,waarvan de meeste onbeschreven zijn, met name in de tropische biodiversiteits hot spots. Om die reden sorteren onderzoekers als ze de biodiversiteit van tropische gebieden willen bepalen, de verzamelde exemplaren tot de zogenaamde morfospecies, een benadering voor de soorten. Iedere herkenbare vorm krijgt een unieke code, of hij nu wel of niet al bekend is. Op deze manier kan de biodiversiteit van een natuurgebied veel sneller worden ingeschat. Determinaties worden dan pas later verricht.

Het hele team probeert per plek zoveel mogelijk soorten insecten of spinnen te verzamelen, om daarmee een schatting te kunnen maken van de biodiversiteit van elke plek en de plekken onderling te kunnen vergelijken. Hiervoor wordt voor iedere diergroep een andere verzamelmethode gebruikt. Zo worden de meeste (nacht)vlinders en kevers gevangen met lampen die sterk UV licht uistralen op een wit laken. Spinnen worden gezeefd uit het strooisel, of ’s avonds wordt met een koplamp gezocht naar actieve spinnen. De sluipwespen (en veel andere insecten) worden verzameld met zogenaamde malaisevallen, een soort tent van gaas, waar de insecten als ze omhooglopen gevangen worden in een pot met conserveringsvloeistof.

vrijdag 25 september 2009


De insecten- en spinnenfauna van Vietnam blijkt bijzonder rijk te zijn aan unieke soorten, die voor een belangrijk deel nog onbeschreven zijn. Gedurende september-oktober 2009 gaan zeven entomologen van Naturalis op expeditie naar enkele nationale parken in Vietnam. Van veel parken is de insecten- en spinnenfauna (behalve de dagvlinders) grotendeels onbekend. In 2007 werd een aantal parken in Zuid Vietnam bezocht, nu zijn enkele gebieden met steile kalksteen hellingen in Noord Vietnam aan de beurt. Sommige vertonen karstverschijnselen (dus veel grotten en ondergrondse rivieren) door het gedeeltelijk oplossen van de kalksteen door het water. Ook deze keer verwachten we wij weer tientallen soorten te vinden die nieuw voor de wetenschap zijn. Bij de groepen die we onderzoeken is het eerder een uitzondering om een al bekende soort te vinden dan een nog onbeschreven soort, vooral bij de zeer kleine dieren.
De bijzondere rijkdom aan insecten in Vietnam sluit aan bij de al breder bekende diversiteit aan vogels en zoogdieren. Met name in het grensgebied met Laos en China, en in enkele geïsoleerde berggebieden, leeft een groot aantal zeldzame soorten die nergens anders voorkomen. Deze endemen komen vooral voor op plaatsen die sterk zijn geïsoleerd, of worden gekenmerkt door een afwijkend klimaat of andere bodemsoort. Door het onderzoek van de laatste jaren is inmiddels wel duidelijk geworden dat veel van de oorspronkelijke fauna van berggebieden zich heeft kunnen handhaven ondanks de oorlogen. De laaglandfauna is veel sterker bedreigd dan de hoogland fauna. Een groot deel van het vlakke gedeelte van Vietnam wordt steeds intensiever in cultuur gebracht in een land dat zich economisch stormachtig ontwikkelt.
Naturalis werkt samen met het Vietnamese Institute of Ecology and Biological Resources (IEBR), de counterpart van Naturalis in Vietnam. Het is een onderdeel van de Vietnamese Academie van Wetenschappen. Wij hebben nu 11 jaar samengewerkt met dit instituut tijdens de expedities in Vietnam en enkele medewerkers uit Hanoi hebben enige tijd in Leiden gewerkt.
De gebieden die nu bezochte worden behoren tot het laagland karstgebied in Noord-Vietnam, waarvan de eerste het minst toegankelijke is.

Naturalis Expeditie Vietnam 2009

Op 16 september 2009 begint de zesde Vietnam expeditie van Naturalis.
Vietnam is een van de biodiversiteits hotspots van de wereld. Net als de andere Zuid-Oost Aziatische landen heeft Vietnam zeer rijke tropische regenwouden en moessonbossen. Na twee expedities in het zuiden, worden nu weer parken in Noord en Midden Vietnam bezocht, met name in het laagland.
Naturalis onderzoekers gaan proberen de rijkdom van bepaalde groepen insecten en spinachtigen (vlinders, kevers, sluipwespen, libellen en spinnen) te bepalen in een vijftal natuurparken met grotendeels oorspronkelijk bos op kalksteen.